“Ik heb weer zicht op een gelukkige toekomst”

“Ik heb weer zicht op een gelukkige toekomst”

John was negen maanden dakloos
alternatetext
John (r) en socaal werker Sanne (l) maken samen nog een selfie voordat ze afscheid nemen.

Het klinkt zo ver weg, maar het kan iedereen overkomen: voor je het weet sta je op straat. Het overkwam de 54-jarige John, die negen maanden lang samen met zijn twee honden in zijn auto woonde. Gelukkig kreeg hij zijn leven weer op de rit.

Door: Anne van den Dool

Tot een jaar geleden was er in het leven van de van oorsprong Limburgse John weinig aan de hand – totdat hij ging samenwonen met zijn vriendin. “Ze bleek borderline te hebben”, vertelt John. “Ik wilde er graag goed mee omgaan, maar dat lukte steeds minder. Ze schold me uit en sloeg me. Toen ik het niet meer volhield en voorstelde uit elkaar te gaan, ging ze door het lint. Ik moest daar weg.”
Zo kwam John van de ene op de andere dag op straat te staan. Aanvankelijk vond hij onderdak bij zijn zus en haar partner in Voorschoten, maar daar bleek het samenleven in één huis moeilijker dan gedacht. Daardoor kwam hij opnieuw in een benarde situatie terecht. Ook daar kon John dus niet blijven.
Wat volgde, was een periode vol omzwervingen, zonder enige vorm van vastigheid. John sliep samen met zijn twee honden in zijn auto en moest steeds naarstig op zoek naar een plek om te douchen. Hij had geen geld om eten te kopen, maar voor het aanvragen van een uitkering had hij een vast adres nodig. Toen hij met dat probleem aanklopte bij de gemeente, werd hij doorverwezen naar Voorschoten Voor Elkaar.

Meteen goed

“Het voelde meteen goed”, herinnert John zich. “Ze konden weliswaar geen woonruime voor me regelen, maar ze konden me wel helpen met allerlei andere zaken. Ze boden een luisterend oor en gingen meteen voor me aan de slag: ze meldden me aan bij de voedselbank en plaatsten oproepjes voor een warme maaltijd en een douche. Daar werd enorm hartelijk op gereageerd: ik mocht bij mensen aanschuiven aan tafel of kreeg eten bij mijn auto afgeleverd.”

“Blijf niet zelf ploeteren,
maar meld je”

Daarmee gingen voor John deuren open die eerder voor hem gesloten waren gebleven. “Ik had me zelf ook al geprobeerd aan te melden voor hulp, maar de deur bleef vaak gesloten. Wanneer je geen adres hebt, houdt het op, kreeg ik vaak te horen. Ook mijn verleden helpt niet mee: ik heb een aantal jaar in de gevangenis gezeten en ben veel verhuisd. Wanneer een huisbaas dat ziet, zoekt hij liever een andere huurder.”
Inmiddels heeft John alsnog een huis gevonden – niet in Voorschoten of Leiden, zoals hij wilde, maar in het Limburgse Sittard. Het was de enige plek waar hij een betaalbare woning kon vinden – in Leiden of Voorschoten kwam hij op een lange wachtlijst terecht. “Ik ben natuurlijk ontzettend blij dat ik weer een dak boven mijn hoofd heb”, benadrukt John. “Aan de andere kant woon ik nu ook weer dicht bij mijn ex. Elke keer wanneer ik boodschappen ga doen, ben ik bang haar tegen te komen. Ik heb zo min mogelijk mensen verteld dat ik hier weer woon. In die zin leid ik nog steeds een geïsoleerd leven, net als toen ik in mijn auto woonde. Het zal dus nog wel een tijdje duren voordat ik mijn leven weer helemaal op de rit heb.”

Optimistisch

Ondanks zijn verhuizing naar Limburg zijn sociaal werkers van Voorschoten Voor Elkaar hem blijven ondersteunen. “Dankzij hun optimistische houding ben ik zelf ook positief gebleven. Ik had gehoopt dat ik in de buurt kon blijven wonen, om af en toe te laten zien dat het weer goed met me gaat. Van anderen hoorde ik niet altijd positieve verhalen over maatschappelijke instanties, maar Voorschoten Voor Elkaar heeft dubbel en dwars het tegendeel bewezen. De energie waarmee deze organisatie aan de slag is gegaan om mijn leven weer op de rit te krijgen, is ongekend. Ik heb nu weer zicht op een gelukkige toekomst. Tegen iedereen die hulp nodig heeft, zou ik willen zeggen: blijf niet zelf ploeteren, maar meld je. Alleen dan kom je verder – net als ik.”
Dit jaar wordt John 54. Hij is vastbesloten zijn leven vanaf nu anders te gaan aanpakken. “Ik weet niet waarom dit me allemaal overkomen is, maar ergens geloof ik dat het een reden heeft. Wat mij gebeurd is, kan iedereen gebeuren. Ik ben vastberaden om weer iets van mijn leven te gaan maken – met hulp van mijn omgeving.”